Informatie over het woord eigen (Nederlands → Esperanto: propra)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈɛi̯ɣə(n)/
Afbrekingei·gen

Voorbeelden van gebruik

Jullie zijn het slachtoffer van je eigen goedgelovigheid.
Alsof ieder mens zijn eigen taak al niet had.
Jouw eigen gedrag is ongepast!
En dat in mijn eigen kelder!
Ons maakt het niet uit of we u onder uw eigen naam ophangen of onder een valse.
Denkt ge dat hij niet weet waar zijn eigen schip heen vaart?
De Oekraïne schat het aantal eigen soldaten dat in de loop van de oorlog is omgekomen op ongeveer 1.300.

Vertalingen

Afrikaanseie
Catalaanspropi
Deensegen
Duitseigen; echt
Engelsown; personal; proper
Engels (Oudengels)agen; ægen
Esperantopropra
Faeröersegin
Finsoma
Franspersonnel; propre
IJslandseigin
Italiaansproprio
Nederduitseigen; eigentlik; eygen
Papiamentspropio
Poolswłasny
Portugeespeculiar; pessoal; próprio
Russischсобственный
Saterfriesoain
Spaanspeculiar; personal; propio
Srananeygi
Tsjechischvlastní
Zweedsegen